SV | En zij maakten zich op van Midian, en kwamen tot Paran; en namen met zich mannen van Paran, en kwamen in Egypte tot Farao, den koning van Egypte, die hem een huis gaf, en hem voeding toezeide, en hem een land gaf. |
WLC | וַיָּקֻ֙מוּ֙ מִמִּדְיָ֔ן וַיָּבֹ֖אוּ פָּארָ֑ן וַיִּקְחוּ֩ אֲנָשִׁ֨ים עִמָּ֜ם מִפָּארָ֗ן וַיָּבֹ֤אוּ מִצְרַ֙יִם֙ אֶל־פַּרְעֹ֣ה מֶֽלֶךְ־מִצְרַ֔יִם וַיִּתֶּן־לֹ֣ו בַ֗יִת וְלֶ֙חֶם֙ אָ֣מַר לֹ֔ו וְאֶ֖רֶץ נָ֥תַן לֹֽו׃ |
Trans. | wayyāqumû mimmiḏəyān wayyāḇō’û pā’rān wayyiqəḥû ’ănāšîm ‘immām mipā’rān wayyāḇō’û miṣərayim ’el-parə‘ōh meleḵə-miṣərayim wayyiten-lwō ḇayiṯ wəleḥem ’āmar lwō wə’ereṣ nāṯan lwō: |
En zij maakten zich op van Midian, en kwamen tot Paran; en namen met zich mannen van Paran, en kwamen in Egypte tot Farao, den koning van Egypte, die hem een huis gaf, en hem voeding toezeide, en hem een land gaf.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij maakten zich op van Midian, en kwamen tot Paran; en namen met zich mannen van Paran, en kwamen in Egypte tot Farao, den koning van Egypte, die hem een huis gaf, en hem voeding toezeide, en hem een land gaf.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!